Alle geiten hebben een droge schuilmogelijkheid nodig. Beter is een condens- en tochtvrije, goed geventileerde geitenstal waarin het dier gevoerd kan worden. De geitenstal moet niet te donker zijn, want geiten hebben behoefte aan licht. Een geit heeft minimaal vijf vierkante meter nodig heeft. De vloer moet regelmatig van schoon droog stro krijgen. Een voerhek aan met aan de buitenkant een drinkemmer of vlotterbak, voorkomt dat de giet in zijn drinkwater kan poepen waardoor hij niet met vies water komt te zitten. Hooi wordt gevoerd in een ruif en moet onbeperkt aangeboden worden.

Geiten kunnen in de zomer en winter naar buiten, als ze dat gewend zijn. Een uitloop van stal naar buiten is natuurlijk beter voor het dier. Als de wei niet aan de stal zit, dan kan er een buitenhok worden geplaatst waarin de geit kan schuilen als het gaat regenen. Een dik strobed op de grond kan gegeven worden, maar is niet noodzakelijk. Landgeiten en Wallische geiten zijn graag buiten. Dwerggeiten hebben, mits ze een wintervacht kunnen ontwikkelen, geen problemen met kou, maar Nubische geiten staan graag binnen in een winterse periode.

Bij de inrichting van de geitenwei is extra aandacht nodig voor het gedrag van de geiten. Geiten zijn namelijk echte uitbrekers. Een stevige omheining is dus erg belangrijk. Kies voor kleine rassen gaas van minstens 80 cm en voor grotere rassen minstens 110cm hoog. Borstels aan een paal zetten is fijn voor de geiten, zodat ze ergens tegenaan kunnen schuren. Geiten willen ook klimmen; speel- en klimobjecten in de wei is dus goed voor het welzijn van de geit. Als je gehoornde geiten hebt, moet je goed opletten dat de mazen van je omheining niet te groot zijn. Als ze te groot zouden zijn kunnen ze hun kop erdoorheen steken en met het terug trekken van hun kop, kunnen ze vast blijven zitten. Zorg voor veel verrijking van je geit. Als je geit niks te doen heeft gaat hij zich vervelen en kan die dus proberen uit te breken. Een paar boomstammen op elkaar zou al goed zijn want dan kan die klimmen. Ook kun je iets doen waardoor hij iets voor zijn eten moet doen (bijvoorbeeld eten verstoppen) en hij er dus langer mee bezig is en zich niet gaat vervelen.

Het basisvoer van hobbygeiten bestaat uit gras, goed hooi en een beetje brok. Wat bietenpulp kan ook, als het hoofdbestanddeel maar uit hooi bestaat. Geiten die in de wei lopen, hebben ook hooi nodig voor een goede penswerking. Dieren die op stal staan hebben meerdere porties ruwvoer per dag nodig. Het beste is om je geiten in de winter in de stal te zetten, laat ze dan niet in het voorjaar van de ene dag op de andere in de wei. De plotselinge overgang van hooi naar gras kan hun dood betekenen. Laat de geiten dus langzaam wennen aan het verse gras.

Geiten hebben andere voedingsbehoeften dan schapen. Geef geiten daarom geen schapenbrok, daar zit geen of nauwelijks koper in, terwijl geiten dat wel nodig hebben. De geiten kunnen bloedarmoede en zelfs miskramen krijgen als je schapenbrok geeft. Naast een basis van goed en voldoende ruwvoer is het beste voer voor een geit dan ook geitenbrok of geitenmuesli.

Geiten knabbelen graag aan hooi, takken en bladeren. De bomen en struiken bieden veel structuur en vezeligheid, als tegenhanger voor het suiker- en eiwitrijke gras. Geef geiten pas in de voorjaar wat takken van bijvoorbeeld wilg, fruitboom, lijsterbes en hazelaar. Pas op voor giftige struiken en bomen, zoals coniferen, liguster en kastanjebomen.

Brood wordt ook vaak gegeven en is rijk aan energie, maar geiten worden er al gauw te dik van. Te veel brood kan pensverzuring veroorzaken. Een boterham per dag is dan ook meer dan genoeg. 

Een geit heeft veel gezondheidsproblemen. Bekende problemen zijn: blaasgruis of blaasstenen, worminfecties, Q-koorts, osteochondrose dissecans (OCD) en het bloed.

Blaasgruis of blaasstenen: een zeer pijnlijke aandoening aan de urinewegen die bij bokken veel voor komt. In de urinebuis ontstaan ‘stenen’ die de urinebuis blokkeren, waardoor de urine niet meer uit het lichaam kan. In extreme gevallen kan dit tot de dood leiden.

Worminfecties: Geiten en lammeren die veel buiten lopen worden regelmatig ontwormd. Als dit niet gebeurt krijgen ze wormen. Ze verliezen veel gewicht en kunnen zonder behandeling dood gaan.

Q-koorts: Deze ziekten wordt veroorzaakt door een bacterie (Coxiella burnetti) en kan bij vrijwel alle diersoorten voorkomen. De ziekte komt het meeste voor bij de herkauwers en bij de wilde knaagdieren. De ziekte kan ook worden doorgegeven aan mensen via de lucht. Het begint met griepachtige verschijnselen en kan zich ontwikkelen tot een chronische infectie. Het veroorzaakt ontstoken organen zoals: de longen, de lever of het hart.

osteochondrose dissecans (OCD): Osteochondrose is een zeldzame aandoening, waarbij een stuk kraakbeen samen met het eronder gelegen bot loslaat van het gewrichtsoppervlak.Bij de gevallen van OCD bij (jong)volwassen mannelijke geiten gaat het om dieren die ‘op drie poten staan’, waarbij één van de achterpoten niet belast wordt. De geiten krijgen OCD door: snelle groei, hoog energetisch dieet, verkeerde calcium-fosforbalans, lage koper- en hoge zinkniveaus, hormonale invloeden en de ziekte is erfelijk.

Het bloed: Deze ziekte staat ook bekend als bloedziekte, weeldeziekte en eiwitvergiftiging. Deze ziekte kan plaatsvinden door bijvoorbeeld een plotselinge voerverandering. De symptomen bij deze ziekte zie je niet zo snel. De dieren worden dood aangetroffen of zijn nog levend, maar kunnen niet meer normaal lopen. Ze vallen neer en maken een fietsende beweging. De kop wordt ook meestal achterover gehouden.