Een schaap heeft weinig eisen als het om de huisvesting gaat. Een eenvoudige schapenstal en een weide met een goede omheining is al voldoende. Als er schaduw beschikbaar is, zullen schapen er gebruik van maken. Vooral in het lammerseizoen moeten schapen beschutting kunnen zoeken. Onderzoek heeft aangetoond dat zelfs een windscherm een positieve invloed heeft op de gezondheid van de dieren. Bij temperaturen onder de vijf graden hebben lammeren in de eerste uren na de geboorte een grotere overlevingskans, wanneer ze beschut liggen.
Een schapenwei van 1 ha is groot genoeg voor 10 tot 15 schapen. Dit geeft voldoende mogelijkheden om gedeeltes van de wei af te zetten en de schapen geregeld op een ‘’verse wei’’ te laten lopen. Dit weide wisselen is goed voor het tegengaan van worminfecties. Als je de omheining moet kiezen, moet je rekening houden met de grootte van de schapen, hun bewegelijkheid ( sommige rassen, zoals de Soayschapen, zijn echte springers) en de aanwezigheid van lammeren.
De schapenstal kan eenvoudig zijn, maar moet wel tochtvrij en waterdicht zijn. Een dikke laag stro op de bodem van beton of hout en een hooiruif aan de muur, maakt de stal compleet. Met de maten moet je aanhouden: 1,5 vierkante meter per schaap, zodat ze voldoende ruimte hebben. Het is altijd handig de stal zo in te richten dat er een aparte ruimte is voor de verzorging van een schaap dat ziek is of achterblijft en voor schapen die moeten aflammeren. In de stal zijn de schapen makkelijker te pakken te krijgen dan op de wei.
Goed ruwvoer is voldoende voor schapen die hobbymatig worden gehouden. Hooi en luzernehooi is belangrijk voor de penswerking van het schaap. Nadat het schaap zijn voer op heeft, begint het herkauwen. Een schaap herkauwt 4 tot 6 maal per dag, telkens 10 tot 50 minuten lang.
Bij een normale conditie zijn de wervels als je flink drukt goed voelbaar. Veel ziektes kunnen voortkomen door de verkeerde voeding. Houd daarom altijd rekening met het soort schaap en met de periode waarin het dier zich bevindt.
Schapenbrok is afgestemd op de behoefte van de Texelaars, dit kan ervoor zorgen dat de schaap een kopervergiftiging krijgt, maar heideschapen hebben een veel hogere koperbehoefte dan ze via schapenbrok krijgen toegediend. Het is daarom verstandiger om heideschapen rundveebrok te voeren i.p.v. schapenbiks.
Voor de voerbak is een halve meter per schaap goed. Geef schapen ook extra zout door bijvoorbeeld een zoutblok. Het is erg belangrijk om schoon en goed drinkwater aan te bieden, voor de gezondheid en vruchtbaarheid van schapen.
Veel ziektes die bij de geiten voorkomen, komen ook voor bij de schapen, zoals de Q-koorts en het bloed.
Blauwtong: blauwtong is een virusziekte die voorkomt bij herkauwers. Bij schapen doen zich de meeste sterfgevallen voor, maar ook bij geiten kunnen met het virus besmet worden en ziek worden. Eén tot twee weken nadat een schaap besmet is geraakt met het virus, kunnen de eerste ziekteverschijnselen ontstaan. De symptomen zijn: kwijlen, schuimbekken, stijve gang, zeer hoge koorts, mond en tong raken ontstoken, de tong wordt blauw, kunnen kreupel worden door ontsteking aan de klauwen. Deze ziekte kan al binnen 24 uur tot sterfte leiden. Soms zijn de dieren dagen ziek en gaan ze daarna alsnog dood. Genezing is mogelijk, maar kan heel lang duren. Middelen die de blauwtonginfectie aanpakken zijn er niet. De dieren worden behandeld met koortsverlagende en pijnstillende middelen. Als er een ontsteking is, krijgen ze ook nog antibiotica toegediend. Om deze ziekte te voorkomen is er een vaccinatie gemaakt en doordat de dieren immuun zijn geworden. Deze ziekte is sinds 2012 niet meer in Nederland voorgekomen.
Kopervergiftiging bij schapen: kopervergiftiging is één van de meest voorkomende vergiftigingen bij de schapen. Een schaap dat via het voer teveel koper binnenkrijgt, slaat al het overtollige koper op in de lever. Als het dier dan stress krijgt, komt het koper dat opgeslagen is in de lever vrij en komt het in de bloedbaan terecht, wat slecht is voor het bloed. De symptomen zijn: gele slijmvliezen, het dier eet niet meer, lusteloos, snelle ademhaling, een gele huid, donkere urine en soms diarree, ze hebben dorst en zijn overgevoelig voor zonlicht. Een behandeling komt bijna altijd te laat. het dier sterft binnen één tot drie dagen. De andere schapen lopen ook gevaar, daarom moet de oorzaak snel gevonden worden. Het eerste wat er gedaan wordt, is het stoppen met krachtvoerverstrekking. Ook grasbrok vormt dan een risico en moet direct gestopt worden. Laat de schapen alleen in de wei lopen en voer niets bij. De gevoeligheid voor koper is rasgebonden. De texelaar bijvoorbeeld is erg gevoelig voor koper. Melkschapen zijn al beter bestand tegen koper. Drentse Heideschapen kunnen zelfs niet zonder.
Zere bekjes: Zere bekjes komt vooral voor bij jonge geiten- en schapenlammeren, maar een enkele keer ook bij oudere dieren. Het virus is familie van het pokkenvirus en dringt binnen via kleine wondjes. Het virus bevindt zich in de bultjes en korstjes die bij het dier veroorzaakt zijn. Eerst ontstaan de bultjes, deze worden later puistjes en blaasjes die uiteindelijk een korstig plekje vormen. Bij lammeren is dit vooral rond de bek, oogleden en rond de uitwendige geslachtsorganen. De slijmvliezen, slokdarm en pens kunnen aangetast zijn, waardoor het dier dagenlang niet kan of wil eten. Onder normale omstandigheden vallen de korsten na vier tot zes weken af. In een kudde kan het echter maanden duren. De ziekte verspreidt zich meestal snel door de kudde. Daarom is het belangrijk besmette dieren af te zonderen. Als uw schaap deze ziekte heeft neem dan contact op met de dierenarts. Schapen en geiten worden gevaccineerd om deze ziekte te voorkomen. Raak zelf de korstjes niet aan met de blote hand, want deze ziekte is ook overdraagbaar bij mensen oftewel een zoönose.
Deze website is met Jimdo gemaakt. Registreer je nu gratis op https://nl.jimdo.com