Er zijn tientallen soorten gerbils, kleine knaagdieren die van nature in de steppen en (half)woestijnen van Afrika en Azië voorkomen. De Mongoolse gerbil is rondom de bekendste gerbilsoort en wordt het vaakst als gezelschapsdier gehouden. Mongoolse gerbils zijn nieuwsgierig, intelligent en vriendelijk van aard. Gerbils worden doorgaans wat ouder dan de meeste andere kleine knaagdieren en kunnen een leeftijd van drie tot vijf jaar halen. Gerbils zijn sociale en actieve dieren. In het wild wonen ze in zelfgemaakte holen en gangenstelsels, die bescherming bieden tegen de hitte en kou. Ze leven in kolonies, waar een strikte rangorde is. Het territorium wordt streng bewaakt.

Huisvesting

De Mongoolse gerbil is een echt groepsdier en zou daarom nooit alleen gehouden moeten worden, maar dat betekent niet dat u dieren zomaar bij elkaar kunt zetten. De groep is vaak zó hecht, waardoor nieuwkomers vaak niet worden geaccepteerd. De dieren kunnen vechten tot de dood er op volgt. Neem daarom altijd twee of meer gerbils op jonge leeftijd die dan samen kunnen opgroeien. Zet nooit ineens vreemde gerbils bij elkaar als ze ouder zijn dan een week of acht; mocht dat nodig zijn dan moet dat  rustig, stap voor stap worden aangepakt.

 

Kies bij het uitzoeken van een gerbilverblijf voor een knaagbestendig hok/terrarium dat zoveel mogelijk ruimte biedt. Voor twee gerbils is een verblijf van 100 x 60 centimeter een goede maat, reken voor elk dier extra op 20-25% meer oppervlakte. Gerbils moeten gangen kunnen graven in hun verblijf, anders is de kans groot dat ze stereotype graafgedrag gaan vertonen in de hoeken van het verblijf. Ze hebben daarvoor een dikke laag bodembedekking nodig van tenminste 25 centimeter breed en het liefst minimaal 40 centimeter diep. Ze leggen dan gangenstelsels aan. Een grote glazen bak waarin deze dikke bodemlaag past, bijvoorbeeld van een aquarium of terrarium, is een goede basis. Verblijven met spijlen zijn ongeschikt als onderbak. Ook plastic bakken zijn ongeschikt, want gerbils knagen daar vrij gemakkelijk doorheen.

 

Zorg bovengronds voor tenminste één donker schuilhuisje met voldoende ruimte en liefst meerdere kamers. Ook belangrijk is dat er meerdere ondoorzichtige, buisvormige ingangen zijn, liefst met een knik erin zodat er geen licht in de schuilplaats komt en met een doorsnede van tenminste 5 centimeter

 

Een flinke pluk hooi, papierstrookjes of repen tissue, wc-papier of keukenrol zijn geschikt als nestmateriaal. Gebruik geen katoenen of synthetische hamsterwatten of materiaal waar draden af kunnen komen. Hierin kunnen poten of staart verstrikt raken en afgeklemd worden en het kan voor verstopping zorgen.

 

Gerbils bewegen graag. Een ruim looprad, met een dicht bodemoppervlak en zonder spijlen om beknelling te voorkomen, is dan het meest veilig. Kies nooit een rad waar de staart tussen kan komen, want deze breekt gemakkelijk! De diameter moet tenminste 30 centimeter zijn zodat de gerbil niet te krom loopt. Hele goede loopratten zijn Tic Tac Wheels.

Voeding

Gerbils eten van nature plantaardig voedsel, zoals zaden, granen en andere delen van planten, maar ook kleine diertjes als insecten.

 

Als basis moet je compleet voer hebben dat specifiek is voor gerbils of voor meerdere kleine knagers inclusief gerbils. Je hoeft niet heel veel voer te geven, meestal is zeven tot vijftien gram per dag genoeg. Je kunt de maaltijd aanvullen met een beetje, niet te veel vocht bevattend groenvoer en fruit en af en toe wat dierlijke eiwitten in de vorm van bijvoorbeeld een gedroogde meelworm. Sommige gerbils hebben aanleg om dik te worden en vetzucht te ontwikkelen. Pas daarom op met te veel extraatjes en calorierijke hapjes en houd het gewicht van de gerbils in de gaten. Om de gerbils iets te doen te geven kun je ook een deel verstoppen. Je kunt het droogvoer bijvoorbeeld in een kartonnen doosje of tussen een dennenappel stoppen of gewoon uitstrooien. Ondanks dat gerbils van nature in zeer droge, woestijnachtige gebieden leven, hebben ze beslist vers drinkwater nodig. Geef dit in een stevig, liefst glazen, drinkflesje. 

Ziektes en aandoeningen

Gerbils hebben een vrij goede gezondheid. Een gezonde gerbil is actief en nieuwsgierig, heeft een gladde, glanzende vacht, heeft vaste, droge ontlasting, eet en drinkt goed en blijft goed op gewicht. Stress maakt de dieren gevoeliger voor ziektes.

 

Wat best vaak voorkomt bij gerbils is dat ze epilepsie op jonge leeftijd ontwikkelen. Meestal komen de aanvallen door stress en spanning. Een aanval kun je goed herkennen. Ze verstarren en liggen plat op de grond gedrukt met trillende snorharen, knipperende ogen en klapperende oortjes. De voorpoten zijn dan krampachtig vooruit. Dan vallen ze op hun zij en schokken met hun lijf. Het ziet er eng uit maar als je de gerbil in zijn veilige vertrouwde omgeving houd loopt zo'n aanval meestal goed af. Zorg als je gerbil net een aanval heeft gehad dat die rustig bij kan komen.

 

Diarree komt soms voor en kan onder meer wijzen op een teveel aan groenvoer. Gerbils komen van oorsprong uit droge gebieden en zijn dus van nature niet al te sappig voedsel gewend. 

 

Als tanden of kiezen niet goed op elkaar aansluiten, kunnen ze niet slijten tijdens het knagen en groeien de tanden door. daardoor kunnen ze te lang worden en schreef groeien. Gerbils met een gebitsprobleem kunnen niet of nauwelijks eten en zullen daarom sterk vermageren. Ook kunnen ze gaan kwijlen, doordat de gerbil zijn bek niet meer goed dicht kan doen.

 

Als je gerbil slecht eet, afwijkende ontlasting heeft of zich ziek of sloom gedraagt, Vraag er dan naar bij je dierenarts. Neem het liefst alle dieren mee naar de dierenarts, want een dier dat anders ruikt wordt vaak aangevallen. Mocht je een gerbil een tijdje apart moeten zetten vanwege een ziekte, houd er dan rekening mee dat je deze vaak niet meer zomaar terug kunt zetten in de groep: de overige groepsleden zullen hem of haar niet meer herkennen en er komen soms gevechten met de dood tot gevolg!