Huisvesting

Ratten zijn sociale dieren en zijn dus gewend om in groepjes te leven. Ze slapen, spelen en poetsen elkaar. Samen voelen ze zich veiliger en kunnen ze beter tegen tegen stress. Als huisdier zou je de rat daarom altijd met tenminste één, maar liefst enkele soortgenoten moeten huisvesten, anders krijgt het dier last van stress en kan hij afwijkend gedrag ontwikkelen. Zorg er wel voor dat de dieren voldoende ruimte hebben zodat ze elkaar kunnen ontwijken mocht dat nodig zijn.

 

Ratten zijn ondernemende dieren, die van spelen en klimmen houden. Koop daarom een kooi van ten minste 100 x 50 x 100 centimeter (breedte x diepte x hoogte) voor twee ratten. Natuurlijk geldt: hoe groter, hoe beter. Een hogere kooi met verdiepingen zodat de ratten kunnen klimmen en verkennen is ideaal. Hoe groot de kooi precies moet zijn, hangt af van het aantal ratten dat in de kooi gehuisvest zal gaan worden; reken voor elke rat op extra 20% meer grondoppervlakte.

 

De kooi bestaat bij voorkeur uit een onderbak met daarop een bovenkant van tralies, zodat er geen urineluchtjes kunnen blijven hangen. Let er op dat de tralies knaagbestendig zijn. Horizontale tralies zijn het beste omdat de ratten dit kunnen gebruiken om tegenop te klimmen. Pas wel op dat er geen pootjes door de tralies kunnen glijden zodat de rat beklemd komt te zitten.

 

De luchtwegen van ratten zijn gevoelig. Een kooi met hoge plastic wanden is daarom ongeschikt, de urinedampen kunnen dan niet weg en tasten de luchtwegen aan. Ook bij de keuze van een bodembedekking moet je hiermee rekening houden: deze moet stofvrij zijn en mag geen schadelijke dampen afgeven. Geschikt zijn bijvoorbeeld papier, fijne beukensnippers of bodembedekkers op basis van schoon karton, maïs of hennep. Zaagsel is ongeschikt voor ratten. 

 

Ratten hebben een afwisselend verblijf nodig waarin veel te doen is, zodat ze zich niet gaan vervelen. Ze kunnen zich prima vermaken met bijvoorbeeld zitplankjes, takken, (doosjes) papieren tissues, lege wc-rolletjes, klimtouwen, trapjes, buizen en schone glazen potten. Door het speelgoed regelmatig te wisselen, kan de rat zijn kooi opnieuw ‘ontdekken’. Zorg wel dat alles goed vast staat en dat zware voorwerpen niet kunnen omvallen of wegschuiven, ook als de rat er onder gaat graven. Zet ze dus op de bodem van het verblijf.   

Voeding

Als je een rat heb koop dan speciaal rattenvoer. Knaagdierenvoer is ongeschikt omdat er te weinig dierlijke eiwitten in zitten. Ratten zijn van nature alleseters. Als extra kun je bijvoorbeeld gedroogde meelwormen geven.

 

let op: ratten worden gemakkelijk dik, dus beperk deze extraatjes. Weeg de ratten regelmatig zodat je weet of ze niet te dik worden. Geef ratten geen gekruid, vet, gezoet of gezouten voedsel en geen melkproducten. Het voer kun je in een bakje doen. Zorg er daarnaast voor dat er voldoende water is. Water kun je in een drinkflesje aanbieden. Ratten knagen graag. Geef ze knaagmateriaal om in die behoefte te voorzien, zoals takken van wilg, hazelaar, berk of fruitbomen. Geef geen knaagsteen, want dan kunnen ze een teveel aan mineralen binnenkrijgen

Ziektes en aandoeningen

Bij de rat ontwikkelen de meeste ziekten zich geleidelijk. Een gedragsverandering kan wijzen op ziekte. Ook verlies van gewicht, een opgezette vacht, niezen, snotteren en minder activiteit duiden op een aandoening. De meest voorkomende aandoeningen bij ratten zijn ademhalingsziekten, gezwellen van de melkklieren en huidproblemen als gevolg van parasieten zoals mijten, teken, luizen en vlooien. Knobbeltjes op de staart en oren van de rat kunnen wijzen op schurftmijt. Oude ratten kunnen, net als mensen, kaal worden en het haar kan ook lichter van kleur worden. Sommige aandoeningen komen bij ratten met een specifiek kenmerk vaker voor. Zo hebben bepaalde kleurslagen eerder last van megacolon (een dodelijke aandoening van de darmen die vaak al fataal is als de rittens nog in het nest verblijven), terwijl naakte ratten meer huidwondjes hebben. Raadpleeg altijd de dierenarts als u vermoedt dat uw rat ziek is