Huisvesting

Hieronder leest u over de huisvesting van goudvissen. Het meeste hiervan geldt ook voor tropische vissen. Belangrijke verschillen vindt u onder aan de tekst.

 

De grootte van een aquarium hangt erg af van het soort en aantal vissen dat u wilt hebben.

 

Goudvissen kunnen het beste gehuisvest worden in een aquarium van minimaal 1m lang. Goudvissen kunnen namelijk wel 15 tot 20, en in grote huisvestingen 40cm lang worden.

 

Zorg er dus ook voor dat wanneer uw vissen te groot worden, u een groter aquarium aanschaft. Ook is het belangrijk dat het aquarium rechthoekig is, niet rond. Er zijn een aantal nadelen aan een ronde kom. De waterkwaliteit gaat ervan snel achteruit, doordat het oppervlak klein is en minder zuurstof kan uitwisselen met de lucht. Ook kan er geen filter opgehangen worden. Daarnaast zijn kommen vaak te klein voor goudvissen. Door de ronde vorm van de kom lijkt het voor de vis alsof hij door een vergrootglas kijkt, en hij kan zich moeilijk verschuilen. Dit levert stress op.

 

Goudvissen moeten met meerdere vissen gehouden worden. Houd dus nooit een goudvis alleen. Let wel op wat voor soorten je bij elkaar zet. Langzaam zwemmende vissen kunnen namelijk stress krijgen van snel zwemmende vissen.

 

Goudvissen kunnen het beste gehouden worden in een watertemperatuur tussen de 10 en 21 graden Celsius. U kunt de vissen dus op kamertemperatuur houden, zonder een verwarmingselement toe te voegen. Zorg er wel voor dat de temperatuur niet te veel schommelt. De pH waarde van het water moet tussen de 7 en 8 liggen. De hardheid van het water voor goudvissen moet tussen de 6 en 16 DH liggen.

 

Verder moeten er in een aquarium een filter en een luchtpomp aanwezig zijn. Het filter moet regelmatig schoongemaakt worden. Doe dit vooral wanneer u merkt dat het minder goed werkt. Ook moet er verlichting aanwezig zijn. Het is belangrijk dat de vissen een regelmatig dag-nachtritme hebben. Voor de bodembedekking kunnen aquariumkiezels gebruikt worden. Zorg ervoor dat de vissen deze niet op kunnen eten. Het is ook heel belangrijk dat er planten aanwezig zijn. Deze helpen mee aan het goedhouden van de waterkwaliteit en bieden voedsel aan de vissen. Als laatste is het belangrijk dat de vissen schuilplekken hebben. Planten zijn hier een voorbeeld van, maar ook huisjes of stenen.

 

Het bovenstaande geldt voor een groot deel ook voor tropische vissen. Een groot en belangrijk verschil is wel dat tropische vissen een warmere omgevingstemperatuur nodig hebben. De meeste tropische vissen leven het liefst in een watertemperatuur van rond de 24 graden Celsius. Dit verschilt wel iets per vissoort. Ook verschilt de hardheid van het water erg per vissoort. Zoek dit goed op voordat u vissen aanschaft.

 

Niet alle vissoorten kunnen bij elkaar. Dit kan komen doordat sommige soorten bijvoorbeeld agressief zijn tegen andere soorten, maar ook door verschillen in watereigenschappen. Zoek van te voren op welke soorten u wilt hebben en of deze bij elkaar kunnen.

 

Elke twee weken moet het water voor een deel ververst worden. Haal hierbij ongeveer een derde van het water uit het aquarium en vervang het met vers water. Let er wel op dat de temperatuur van het nieuwe water niet te veel afwijkt van de temperatuur van het oude water. Verder is het belangrijk dat het filter altijd goed werkt. Controleer dit regelmatig. Ook kunt u tussendoor de ruit schoonmaken als deze groen wordt van algen. Hiervoor bestaan speciale magnetische blokjes die u aan beide kanten van het glas kunt bevestigen. Zo kunt u van buitenaf de binnenkant van het glas schoonmaken.

 

Voeding

Als basisvoeding kunt u droogvoer voor geven die geschikt is voor de vissoort. Dit zijn vaak vlokken die u op het wateroppervlak gooit. Algeneters hebben zinkende tabletten nodig die ze op de bodem op kunnen eten. U kunt één keer per week bijvoeren met diepgevroren voer, zoals watervlooien of muggenlarven. U kunt eventueel ook groenvoer, zoals sla of komkommer geven. Vissen eten namelijk ook van de waterplanten in het aquarium.

 

De basisvoeding moeten de vissen elke dag hebben. Ze hebben dan aan één maaltijd genoeg. Geef ze net zo veel als dat ze in een minuut kunnen eten. Hierdoor blijven er geen etensresten over. Wanneer dat wel gebeurd kan de waterkwaliteit omlaag gaan. Het is niet erg als de vissen een keer geen eten krijgen.

Ziekten en aandoeningen

 Hieronder leest u over de meest voorkomende ziektes en aandoeningen bij vissen.

 

Witte stip: Witte stip is een parasiet. Deze hecht zich aan de vis vast, waardoor er witte stippen op het lichaam van de vis ontstaan. Als hier niks aan gedaan wordt zal de vis overleiden. Het kan behandeld worden door medicijnen in het water te druppelen. Zorg er ook voor dat besmette vissen in quarantaine geplaatst worden. Het is namelijk erg besmettelijk. Ook is het belangrijk dat het aquarium schoongemaakt wordt. Doe dit ook regelmatig ter preventie.

 

Schimmelziekte: Bij schimmelziekte krijgt de vis een watachtige, schimmelige aanslag op zijn lichaam. Dit kan verschillende kleuren hebben, zoals groen, zwart of rood. Het wordt veroorzaakt door een beschadiging op de slijmlaag van de vis die vervolgens gaat ontbinden. Dit is te behandelen door medicijnen in het water te druppelen. Ook kan het helpen om het zuurstofgehalte in het water te verhogen en vitaminen toe te voegen aan het water.

 

Vinrot: Bij vinrot gaat de uiteinden van de vinnen wegrotten. Ook gaan kleuren verbleken en wordt de huid op verschillende plaatsen aangetast. Dit kan verschillende oorzaken hebben, zoals bacteriën, zuurstofgebrek of beschadiging tijdens vervoer van de vis. Dit is ook te behandelen door de juiste medicijnen toe te voegen aan het water en het zuurstofgehalte te verhogen